In het begin van deze eeuw is het aantal winkeliers in Kornhorn nog op de vin- gers van één hand te tellen. Kor Broekema, de laatste molenaar van het dorp, weet uit die tijd nog te noemen de kruidenierswinkel van Storteboom en de manufacturenwinkel van Rooie Hendrik en dan blijft het stil, want meer win- kels waren er volgens hem in zijn jongenstijd niet. Men kocht in die jaren vooral de spullen bij de marskramers. Die kwamen meestal op maandag, met wel vijftien, misschien wel twintig man uit Zwaagwesteinde om hier in de buurt hun waren te slijten’. De echte stormachtige ontwikkeling van de mid- denstand in Kornhorn kwam pas later in de twintiger en dertiger jaren.